In het Café van Hollands Spoor
|
|||
In het Café van Holland Spoor. De muren bekleed met perzikkleurige metalen panelen. Een lange blonde Jongen met een haarband en een klein meisje met grijze tanden doen dienst. “Kapoetsjieno alstublieft.” De machine werkt even niet, er wordt melk bijgevuld. Ik betaal. Het meisje lacht vriendelijk terug. Er hangt een scherm op de muur waarop ik mijzelf en de man naast mij kan zien staan. Een sombere man en een schim in jas. Het wordt allemaal gefilmd. Ik ga zitten aan een tafeltje met uitzicht op mijn perron en de mooie spanten van het gewelfde stationsdak rustend op grote glas-in-lood ramen. Er zit een klein dik mannetje aan de tafel schuin tegenover mij in de hoek van het café, onder een paneel met de woorden “Lekker genieten! Verrassend en vers! Uw ontbijt, onze zaak.” Het mannetje is klein. Hij kijkt schuin naar een oud tijdschrift dat open ligt voor de stoel naast hem. Het ligt er blijkbaar voor iemand anders. Hij ziet mij kijken, pakt het tijdschrift op en doet het voorzichtig in een papieren hoes. Ik geef hem een beleefde glimlach en kijk strak voor me uit. Hij draagt een licht bruin colbert met een fijn ruitje een beige broek en licht grijze schoenen, brogues. Een flink onderbuikje drukt tegen zijn hoog opgetrokken broek en vormt een ballon met gulp dat hem in de weg zit bij het maken van zijn bewegingen. De lange blonde jongen is naar hem toegelopen en verontschuldigt zich. Het kleine mannetje spreekt precies Nederlands waarbij zijn onderlip naar buiten wordt geduwd door een flinke rij losstaande gele en bruine tanden, de lip vouwt zich tegen zijn kin en vormt een dringende grijns. “Het geeft niet.” Hij neemt een groen boek uit een goed gebruikte plastic boodschappentas volgepropt met papieren. “Andragogie.” zegt de jonge man in herkenning. “Ja,” zegt het mannetje naar boven kijkend, “dat heeft hij twintig jaar geleden geschreven. Het is nog helemaal goed. Hij had zo veel ervaring en schreef dat op. Dit boek is nog helemaal….” Hij pakt een recent tijdschrift uit zijn boodschappentas, legt het op het ronde tafeltje voor hem en wijst naar de linker onderhoek van het tijdschrift. “Eigenlijk…. gaat het daarom.” Zijn hoofd schiet voorwaarts als hij praat, als het hoofd van een vogel. Zijn lange zwarte haar met grijze pluizen, vet en een weinig krullend, deint mee met elke beweging. De lange jongen luistert aandachtig maar loopt weg om iemand bedienen. Het mannetje haalt een dikke stapel oude bonnetjes uit de plastic boodschappentas, legt ze in een stapeltje op de tafel voor hem en pakt ze één voor één weer op om er een nieuw stapeltje van te maken. Ik sta op, mijn trein komt er zo aan. Het kleine mannetje kijkt naar mij. Als ik de deur uitloop maakt hij een afkeurend geluid met zijn tanden. |
|||
Contact me at: jacob@voorthuis.net
copyright © jacob voorthuis 1994-2010
All written material on this page is copyrighted.
Please cite Jacob Voorthuis as the author and Voorthuis.net as the publisher.