Reino 12 November 1994: De school is op de bovenste
verdieping van een gebouw met drie etages en kijkt uit aan alle kanten naar
blauwe en groene bergen die besprenkeld zijn met hutjes en slecht beton. Net
voor de ingang van mijn kantoor is een enorme boom (ik vergeet de naam ervan)
met afval bakken er tegenaan gespijkerd, net hoog genoeg zo dat de honden er
niet in kunnen graaien. Om de boom heen zitten de hele dag door studenten te
babbelen en te rotzooien met hippe woorden en laconieke bewegingen. De zon is
tot nu toe ontzettend heet geweest. Soms komt er een sterk gekleurde wagen lang
vibreren met keiharde ritmes. Ik zit achter mijn bureau in een lekkende kamer
met twee anderen. Elke keer dat het regent lekt het en het tapijt ruikt dan als
een vergeten kattebak. Maar de regen is overheerlijk, het lekkende water zal me
een zorg zijn, elke dag hoop ik dat het regenen gaat.
Alles waait door middel van ronddraaiende propellers aan
het plafond die de hitte en de vocht een beetje tegen proberen te gaan. Maar
het is hulpeloos en je papieren vliegen constant de lucht in. Elke dag is het
afwegen of ik wel of geen onderbroek aandoe. Onderbroeken maken het daar
beneden namelijk nog heter dan eigenlijk te verdragen is. Pas nu wordt het langzamerhand
koeler. (We hebben inmiddels een tropische storm achter de rug. Ongelooflijk.
Er stond gelukkig geen harde wind maar de wegen waren daarentegen als rivieren.
Het is nu nog gevaarlijker dan gewoonlijk op de weg.)
Tom 16 November 1994:De school is op de bovenste
verdieping van een langerekt gebouw van
slecht beton en drie etages. Als het regent lekt het en de immer waaiende wind
waait altijd alles weg. Na de regen ruikt het tapijt naar een vergeten kattebak
en mag je geen een licht knop aanraken. En elke dag is er heerlijke koffie. De
secretaresse is een beetje scheel en heeft een enorme puntige boezem die ze
hult in forse kleding. Ze nueriet onophoudelijk en beheert grote bossen met
sleutels. Desalniettemin is het iemand gisteren gelukt om binnen te dringen en
wat geld te stelen. Dan is er nog haar
veel jongere assistente, beeldschoon, pikzwart met harde witte tanden; dun, in
een net geel pakje en altijd slaperig. De directeur, David Harrison, een
buitengewoon aardige Engelsman, rookt te veel maar denkt er nooit mee te kunnen
stoppen. Wij spelen squash samen.
Overigens zijn we op het ogenblik aan het staken. Twee
jaar geleden had de regering beloofd een bepaalde som geld uit te betalen aan
de docenten. Dat is nog steeds niet gebeurd en dus is er een staking
uitgeroepen. Hier wordt ik geacht aan mee te doen. Vandaag had ik eigenlijk
over de parthenon moeten spreken, over zuilen. Dus ik heb wel m'n offer
gebracht geloof ik. Stel je voor!
Voor ons gebouw staat een enorme boom die ons schaduw
geeft tegen de bijna onverdragelijke hitte. Onder de boom zitten jongens en
meisjes grappen te maken met langzame, luie gebaren. Zo nu en dan komt er een
geheel doorgezakte wagen langs rijden in harde kleuren die de keiharde
hartslag van de muziekinstallatie, die de auto zijn raison d'ętre geeft en waar de auto omheen is gebouwd, nauwelijks
kan verdragen.