Brief aan Jolande 26 Juni 1996: Het leven rijmt hier zo mooi. Men braad
hier in de gruwlijke onophoudelijk vrolijke zon ter voorbereiding op een nog
ergere en eeuwige hitte. Zelfs de lagen rottende vuilnis langs de weg zijn niet
triest. Het zijn vrolijke kleurtjes die het zand en de stoff doen leven en de
kleren van de eeuwig lopende Rastaman complementeren. Alles in dit land is als
een voorbereiding op het ergere, zonder dat er duidelijke symbolen zijn aan te
wijzen hoe erg het is. De armoe leeft een gezond leven hier zonder metaforen.Ze
bloeit zoals alles hier bloeit. Maar gelukkig woon ik in een luchtige,
artificieel koel-gehouden capsule die slechts van tijd tot tijd wordt
doordrongen door de buitenwereld.
De buitenwereld is voor mij vooral de pindaman. De pindaman is een veelal
jongeman die een houten wagentje op kleine zelf gemaakte rubbere wieltjes
voortduwt. Als hij de heuvel afrijdt is hij een lachende maniac, eindelijk
gelukkig met zijn wild stuur en een vaart die bepaalt wordt door de helling
zelf en zijn moed gemeten tegen de durf van zijn stoere vrienden. De heuvel op
is hij een slaaf bezweet met dwang en kracht. Het stoomketeltje dat zijn
pinda’s roostert heeft een fluitje dat urenlang onaflatend loeit. Ken je Anni
M.G. Schmidt? Nou, ik wordt er gek van. Ik begrijp mensen die dat soort
geluiden kunnen verdragen niet. Daar wordt je toch gek van? Dan is er de ijsco
man en die heeft een computer deuntje op z’n koelkast gemonteerd dat zichzelf
eindeloos herhaalt in scherpe metale klanken. Kingston is vooral een stad van
indringende, penetrerende geluiden. Elk geluid is er op gericht mij binnen te
dringen en mijn gedachtengoed publiek te maken. Niet door mijn eigen fijne
gedachten te verklappen, maar door mij en anderen te dwingen de zelfde
gedachten te kweken. Gedachten die monomanisch met dat verschikkelijke geluid
bezig zijn. De air conditioning is hier
‘s-nachts dan ook niet zozeer nodig om de kamer koel te houden maar juist om de
blaffende honden tegen te gaan. Zelfs de boomkikers zijn er op belust mijn
gedachten te verpletteren. Denken is hier nauwelijks mogelijk Het geluid is als
onze secretaresse. Puntig, klagend en gedachteloos verpletterend.